Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • La·pa·ceen·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Lapaceense Lapaceensen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Lapaceensev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van La Paz, of een vrouw afkomstig uit La Paz
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Lapaceense

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Lapaceens

Gangbaarheid