Kortrijkzaan
- Kort·rijk·zaan
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Kortrijkzaan | Kortrijkzaans |
verkleinwoord | Kortrijkzaantje | Kortrijkzaantjes |
de Kortrijkzaan m
Demoniemen bij Kortrijk in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Kortrijkenaar, Kortrijkzaan • inwoonster: Kortrijkse • bijvoeglijk: Kortrijks |
1. een inwoner of iemand die afkomstig is van Kortrijk
- Het woord 'Kortrijkzaan' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.