Italiërs
- Ita·li·ers
- Italiër met uitgang -s
de Italiërs mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord Italiër
- De koning van Pontus zou in 88 v. Chr. meer dan 80.000 Italiërs om het leven hebben laten brengen, als antwoord op de Romeinse wandaden. [1]
- Het woord 'Italiërs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Meijer, F.Een dolende keizer en een idioot (23 april 2010) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-03-23