Egyptenaars
- Geluid: Egyptenaars (hulp, bestand)
- IPA: /eˈɣɪptənars/
- Egyp·te·naars
de Egyptenaars mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord Egyptenaar
- En het geschiedde, als Abram in Egypte kwam, dat de Egyptenaars deze vrouw zagen, dat zij zeer schoon was. [1]
- Het woord Egyptenaars staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Bijbel, Statenvertaling Genesis 12:14; geraadpleegd 2014-02-17