Egyptenaar
- Geluid: Egyptenaar (hulp, bestand)
- IPA: / eˈɣɪptənar / (4 lettergrepen)
- Egyp·te·naar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Egyptenaar | Egyptenaren, Egyptenaars |
verkleinwoord | Egyptenaartje | Egyptenaartjes |
de Egyptenaar m
- (demoniem) iemand die in Egypte woont of daar vandaan komt
- De Egyptenaren staan bekend om hun gastvrijheid.
- (verouderd) zigeuner, Rom
- Men noemde zigeuners in die tijd (en vaak later ook): Egyptenaren, zonen van Farao, Heidenen, Tartaren, Bohémiens, Tsiganes, Gitanos, Gypsies (van ‘Egyptians’), Gigány en nog veel meer. [1]
Demoniemen bij Egypte in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Egyptenaar • inwoonster: Egyptische • bijvoeglijk: Egyptisch |
- Het woord Egyptenaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.