Cantaber
- Can·ta·ber
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Cantaber | Cantabers |
verkleinwoord |
de Cantaber m
- (demoniem) een inwoner van Cantabrië, of iemand afkomstig uit Cantabrië
Demoniemen bij Cantabrië in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Cantabriër, Cantaber • inwoonster: Cantabrische • bijvoeglijk: Cantabrisch |
- Het woord 'Cantaber' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.