• Cam·bri·um
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘geologische periode’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1911 [1]

het Cambriumo

  1. verouderde spelling of vorm van cambrium tot 2006 (geologie)
    • We weten zeker dat er voor het Cambrium al dieren bestonden, maar deze hadden heel kleine en zachte lichaamsvormen. [2]
  • In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.