Baskische
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Bas·ki·sche
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Baskische | Baskischen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Baskische v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Baskenland, of een vrouw afkomstig uit Baskenland
Verwante begrippen
Demoniemen bij Baskenland in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Bask • inwoonster: Baskische • bijvoeglijk: Baskisch |
Bijvoeglijk naamwoord
Baskische
- verbogen vorm van de stellende trap van Baskisch
Gangbaarheid
- Het woord Baskische staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.