Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • An·ka·ri·o·ti·sche
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Ankariotische Ankariotischen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Ankariotischev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Ankara, of een vrouw afkomstig uit Ankara
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Ankariotische

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Ankariotisch

Gangbaarheid