AOV
- AOV
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | AOV | - |
verkleinwoord | - | - |
- (initiaalwoord), (afkorting) de afkorting voor Algemene ondernemersvaardigheden, voorheen het middenstandsdiploma
- (initiaalwoord), (afkorting) de afkorting voor Arbeidsongeschiktheidsverzekering, een Nederlandse verzekering die inkomensverlies als gevolg van arbeidsongeschiktheid verzekert
- (initiaalwoord), (afkorting) de afkorting voor Ambtenaar Openbare Veiligheid, een functie in de rampenbestrijding
het AOV o
- (initiaalwoord), (afkorting) de afkorting voor Algemeen Ouderen Verbond, een voormalige politieke partij
- (initiaalwoord), (afkorting) de afkorting voor Algemeen Oudedagsvoorzieningsfonds, een Surinaamse uitkering voor gepensioneerden
- (initiaalwoord), (afkorting) de afkorting voor Aanvullend Openbaar Vervoer, openbaar vervoer op afroep voor bepaalde doelgroepen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord AOV staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.