• 1. klas·sin·ger
  • Noorse zelfstandignaamwoordsvorm met het achtervoegsel -ing en met de woorduitgang -er
Naar frequentie 39499

1. klassinger

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van 1. klassing
    «Tallene for årets elevkull av 1. klassinger viser jevn nedgang de aller fleste steder.»
    De cijfers voor het studentencohort eersteklassers van dit jaar laten op de meeste plaatsen een gestage daling zien.