-logisch
Huidig bestand |
---|
3 |
- -lo·gisch
-logisch [1]
- entomologisch, grafologisch, monologisch, neologisch, pneumatologisch, prelogisch, rinologisch, supralogisch, technologisch, urologisch, zoölogisch
- Het woord '-logisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.