- IPA: \ha.ʃi.rɯ\, [ha̠ɕiɾɯ̟ᵝ]
走る
- rennen, lopen
- «通りを走って渡ってはいけない。»
- Niet op het straat lopen.
走る
- rijden, varen (duidt beweging van voer- en vaartuigen aan)
- «この車はまだ走れる。»
- Deze auto rijdt nog.
- «この船は1時間30ノットで走る。»
- Deze boot haalt 30 knots per uur.
Kanji
| Kana |
Romaji
|
走る
| はしる |
hashiru
|
- 駆ける rennen, galopperen
- 疾走する sprinten
- 急ぐ zich haasten
- 駆けつける lopen tot
- 逃げる wegrennen, vluchten
- 歩く lopen, stappen