• IPA: \jo.mɯ\, [jo̞mɯ̟ᵝ]

読む

  1. overgankelijk lezen
    «新聞読むのが好きだ。»
    Hij leest graag kranten.
  2. overgankelijk tellen
  1. 数える tellen
  1. 書く schrijven
  1. 詠む componeren, schrijven
  2. 訓む kanji met de inheemse lezing uitspreken