嫌い

  1. niet leuk, haten, niet graag hebben
    «僕はコーヒーが嫌いだ。»
    Ik hou niet van koffie.
    «嘘つき嫌いです。»
    Ik haat leugenaars.
  1. 大嫌い verafschuwen, verachten
  1. 好き houden van, leuk