• IPA: \ɯ.so\, [ɯ̟ᵝso̞]

  1. leugen
    «をつきなさんな。正直になさい。»
    Lieg niet. Wees eerlijk.

  1. ongelooflijk!, echt?, niet waar!
  1. 嘘をつく liegen
  2. 嘘つき leugenaar
  3. 嘘吐き leugenaar
  4. 大嘘 grote leugen
  5. 嘘偽り grote leugen
  6. 嘘っぽい leugenachtig
  1. 虚言 leugen
  2. 虚妄 waan