• van de wortel ע־ב־ד die op "werk, arbeid" betrekking heeft; veel gebruikt in de Bijbel (800x, b.v. Gen. 9:25-27), vaak opgevat als iemand die volledig dienstbaar is aan een hogergeplaatste

עֶבֶד (eved) m

  1. slaaf, horige
  2. (religie) knecht, dienaar