распутица

  • afgeleid van путь (poet) "weg" met het voorvoegsel раз- (ras) "ont-" en met het achtervoegsel -ица (-itsa) "-ing", dus letterlijk "ontweging, wegenloosheid"

распутица (raspoetitsa) v onbezield

  1. onbegaanbaarheid van wegen als een gebied door dooi of aanhoudende regenval heel modderig wordt
  2. jaargetijden in het voor- en najaar wanneer gebieden in Oost-Europa door dooi of aanhoudende regenval heel modderig en daardoor ontoegankelijk worden