zuidelijke zeeberen


Nederlands

 
guadalupezeebeer (Arctocephalus townsendi)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • zui·de·lij·ke zee·be·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zuidelijke zeeberen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zuidelijke zeeberenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zuidelijke zeebeer
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (roofdieren) Arctocephalus   een geslacht uit de familie van de oorrobben
Hyponiemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie