Nederlands

 
grijze zeehond (Halichoerus grypus)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • zee·hon·den
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeehonden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zeehondenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zeehond
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (roofdieren) familie van zeezoogdieren Phocidae  
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie