zwichtten
- zwicht·ten
vervoeging van |
---|
zwichten |
zwichtten
- meervoud verleden tijd van zwichten
- Wij zwichtten.
- Jullie zwichtten.
- Zij zwichtten.
- Wij zwichtten.
- Het woord zwichtten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.