zwartmaak
- zwart·maak
vervoeging van |
---|
zwartmaken |
zwartmaak
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwartmaken
- ... dat ik zwartmaak.
- Het woord zwartmaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
zwartmaken |
zwartmaak