Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zuigt in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inzuigen

zuigt (...) in

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzuigen
    • Jij zuigt in. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzuigen
    • Hij zuigt in. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inzuigen
    • Zuigt in!