Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zuig·plek·jes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de zuigplekjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zuigplek
    • 's Ochtends bemerk je de jeuk en de zuigplekjes. [1]

Verwijzingen