zinde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zin·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zinnen |
zinde
- enkelvoud verleden tijd van zinnen
- Ik zinde.
- Jij zinde.
- Hij, zij, het zinde.
- Ik zinde.
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zinnen |
zinde
- onpersoonlijke verleden tijd van zinnen
Verwante begrippen
Turks
Bijvoeglijk naamwoord
zinde