Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: żied
  • zied
vervoeging van
zieden

zied

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zieden
    • Ik zied. 
  2. gebiedende wijs van zieden
    • Zied! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zieden
    • Zied je?