zelfoprichtends
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zelfoprichtends (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɛləfɔpˌrɪxtɛnts / (4 of 5 lettergrepen)
Woordafbreking
- zelf·op·rich·tends
Woordherkomst en -opbouw
- zelfoprichtend met de uitgang -s
Bijvoeglijk naamwoord
zelfoprichtends
- partitief van de stellende trap van zelfoprichtend
Gangbaarheid
- Het woord 'zelfoprichtends' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.