Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·ken

Werkwoord

vervoeging van
zeiken

zeken

  1. meervoud verleden tijd van zeiken
    • Wij zeken. 
    • Jullie zeken. 
    • Zij zeken. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

33 % van de Nederlanders;
21 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be