• zegt
vervoeging van
zeggen

zegt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zeggen
    • Jij zegt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zeggen
    • Hij zegt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zeggen
    • Zegt! 
     ‘Ik word daar boos van,’ zegt Andréa Cilento.[1]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers