Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
zegelde
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
zegelde
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
ze·gel·de
Werkwoord
vervoeging van
zegelen
zegelde
enkelvoud verleden tijd van
zegelen
Ik
zegelde
.
Jij
zegelde
.
Hij, zij, het
zegelde
.