zeet
- zeet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeet | zeten |
verkleinwoord | zeetje | zeetjes |
- (verouderd) handeling van het zitten of plaats waar men dit doet
- Het is of ge niet ter zeet komen kunt.
- (verouderd) troon, machtspositie
- Maar zoo ras als Clement de zeevende 't zeet raakte, dankte hy meester Fransois [...] daatelyk af, [...].[1]
- Het woord 'zeet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeet" herkend door:
11 % | van de Nederlanders; |
17 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ P.C. Hoofts eerste boek der Nederlandsche historien
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be