Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zat aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanzitten

zat aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanzitten
    • Ik zat aan. 
    • Jij zat aan. 
    • Hij, zij, het zat aan. 


Gangbaarheid