zaadbakjes
- Geluid: zaadbakjes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzadbɑkjəs / (3 lettergrepen)
- zaad·bak·jes
- zaadbakje met uitgang -s
de zaadbakjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zaadbak
- Ze ging die voorjaarsochtend op haar knieën op de grond liggen en zaaide, langzaam en nauwgezet de instructies op de achterkant van het pakje zaadjes volgend, haar tomaten in schattige zaadbakjes. [1]
- Het woord 'zaadbakjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Heavey, T. (vert. M. Vroege)De Ierse tuin (2014) De Boekerij B.V., Amsterdam; ISBN 9789402302974; hfst. 16; geraadpleegd 2018-11-29