Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wordt ge·waar
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
gewaarworden

wordt (...) gewaar

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gewaarworden
    • Jij wordt gewaar. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gewaarworden
    • Hij wordt gewaar. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van gewaarworden
    • Wordt gewaar!