Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • woord·ver·zin·sels
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de woordverzinselsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord woordverzinsel
    • In zijn van grenzeloze bewondering voor Bilderdijk getuigende "Proeve over den Invloed van Bilderdijks Dichtwerken op onze Taal" (1847) vermeldt A. de Jager de gekste woordverzinsels van zijn dichterlijk idool, maar niet het bewuste "praam". [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen