woongedrag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: woongedrag (hulp, bestand)
Woordafbreking
- woon·ge·drag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woongedrag | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het woongedrag o
- de manier waarop mensen wonen en de gedragingen van mensen
- Het woongedrag van studenten is anders dat van gepensioneerden.