wolle
- wol·le
wolle
- onbepaalde wijs:
- wolle (welle)
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm
- erste persoon enkelvoud
- ich will
- tweede persoon enkelvoud
- du witt
- derde persoon enkelvoud
- er/sie/es will
- erste persoon meervoud
- mir wolle (welle)
- tweede persoon meervoud
- dhir wott (wett)
- derde persoon meervoud
- mir wolle (welle)
- erste persoon enkelvoud