Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • wol·le

Werkwoord

wolle

  1. modaal werkwoord willen
Vervoeging
  • onbepaalde wijs:
    • wolle (welle)
  • tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm
    • erste persoon enkelvoud
      • ich will
    • tweede persoon enkelvoud
      • du witt
    • derde persoon enkelvoud
      • er/sie/es will
    • erste persoon meervoud
      • mir wolle (welle)
    • tweede persoon meervoud
      • dhir wott (wett)
    • derde persoon meervoud
      • mir wolle (welle)
Schrijfwijzen
Opmerkingen