woei
- woei
vervoeging van |
---|
waaien |
woei
- onpersoonlijke verleden tijd van waaien
vervoeging van |
---|
waaien |
woei
- enkelvoud verleden tijd van waaien
- Ik woei.
- Jij woei.
- Hij, zij, het woei.
- Ik woei.
- Het woord woei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "woei" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be