Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • woedt

Werkwoord

vervoeging van
woeden

woedt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van woeden
    • Jij woedt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van woeden
    • Hij woedt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van woeden
    • Woedt!