westelijkten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wes·te·lijk·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
westelijken |
westelijkten
- meervoud verleden tijd van westelijken
- Wij westelijkten.
- Jullie westelijkten.
- Zij westelijkten.
- Wij westelijkten.
Gangbaarheid
- Het woord 'westelijkten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.