Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wel op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opwellen

wel (...) op

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opwellen
    • Ik wel op. 
  2. gebiedende wijs van opwellen
    • Wel op! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opwellen
    • Wel je op?