wegpiraterij
- weg·pi·ra·te·rij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wegpiraterij | wegpiraterijen |
verkleinwoord |
de wegpiraterij v
- (verkeer) roekeloos rijgedrag in het wegverkeer
- Door wegpiraterij vallen jaarlijks tientallen doden.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wegpiraterij | wegpiraterijen |
verkleinwoord |
de wegpiraterij v