• wan·ge·brui·ken

de wangebruikenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wangebruik
    • Periodiek werden er toen ‘visitadores de idolatria’ (speurders naar afgoderij) naar de missieposten uitgezonden om oude of nieuwbakken wangebruiken onder neofieten uit te roeien. [1]