vuurwerkbrandje
- Geluid: vuurwerkbrandje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvyrwɛrəkˌbrɑncə / (4 of 5 lettergrepen)
- vuur·werk·brand·je
- vuurwerkbrand met het achtervoegsel -je
het vuurwerkbrandje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vuurwerkbrand
- ▸ Of het een vuurwerkbrandje was is niet bekend, maar het moest wel worden geblust.[1]
- Het woord 'vuurwerkbrandje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Eerste vuurwerkbrandje?” (30 december 2017) op rtvKanaal30.nl