vrijheidsbeeldje
- Geluid: vrijheidsbeeldje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvrɛihɛitsˌbelcə / (4 lettergrepen)
- vrij·heids·beeld·je
- afgeleid van vrijheidsbeeld zn met het achtervoegsel -je
het vrijheidsbeeldje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vrijheidsbeeld, "replica van het Vrijheidsbeeld"
- ▸ Voor Jan zijn voeten kwamen een ivoren hondje, een koperen vrijheidsbeeldje, een vloerroller, tweehonderd gekreukte boeken en de aantekeningen voor zijn proefschrift terecht.[1]
- Het woord 'vrijheidsbeeldje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Brand in: Hollands Maandblad., 401 jrg. 22 nr. 4 (april 1981), Stichting Hollands Weekblad, Den Haag, p. 42