voteert
- vo·teert
vervoeging van |
---|
voteren |
voteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voteren
- Jij voteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voteren
- Hij voteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van voteren
- Voteert!
- Het woord voteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.