Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·zie·ne

Werkwoord

vervoeging van: voorzien…
verbogen vorm: voorzienee

voorziene

  1. verbogen vorm van voorzien, voltooid deelwoord van voorzien

Bijvoeglijk naamwoord

voorziene

  1. verbogen vorm van de stellende trap van voorzien
     Wanneer hij 's ochtends wakker werd onder zijn Noorse donzen dekbed, het enige wat hij had bijgedragen aan de inrichting, de Zweden gaven er nog steeds de voorkeur aan om onder gewone dekens kou te lijden, lag er een dunne ijslaag op het waswater in de kan bij zijn wastafelkast, soms was zelfs de pis in de van een blauw patroon voorziene pot onder het bed bevroren.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628142