voorvoelt
- voor·voelt
vervoeging van |
---|
voorvoelen |
voorvoelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorvoelen
- Jij voorvoelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorvoelen
- Hij voorvoelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorvoelen
- Voorvoelt!
- Het woord voorvoelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.