voortploeterde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voortploeterde (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvortplutərdə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- voort·ploe·ter·de
Woordherkomst en -opbouw
- voortploeter ww met de uitgang -de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voortploeteren |
voortploeterde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voortploeteren
- ... dat ik voortploeterde.
- ... dat jij voortploeterde.
- ... dat hij, zij, het voortploeterde.
- Terwijl Dewar voortploeterde met vastvriezende kranen en verstopte leidingen, schoot de zaak in Leiden lekker op. [1]
- ... dat ik voortploeterde.
Gangbaarheid
- Het woord 'voortploeterde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Delft, D. vanHeike Kamerlingh Onnes. Een biografie. De man van het absolute nulpunt. (2005) Bert Bakker, Amsterdam; ISBN 90 351 2739 0; p. 374/375; geraadpleegd 2018-10-07