voorraadbakje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voorraadbakje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvoradˌbɑkjə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- voor·raad·bak·je
Woordherkomst en -opbouw
- voorraadbak met het achtervoegsel -je
Zelfstandig naamwoord
het voorraadbakje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord voorraadbak
- ▸ In de bodem van een plastic voorraadbakje voor het vieze water zit het eigenlijke filter.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'voorraadbakje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Broer ScholtensBijna dood water in: De Volkskrant , jrg. 73 nr. 21457 (11 februari 1995), NV De Volkskrant, 's-Hertogenbosch, p.75 (Vervolg 23) kol. 6